Tips om de werking van je Wifi-netwerk te verbeteren.
Een draadloos netwerk voor thuis is handig maar vaak ook erg storingsgevoelig. Zeker in de stad, waar veel draadloze netwerken tegelijk actief zijn leidt dat al snel tot storing. Ook in grote gebouwen met betonnen muren is er vaak signaalverlies door obstakels zoals betonnen muren waar het signaal moeilijk doorheen kan komen. Vaak wordt er voor gekozen om te investeren in nieuwe, krachtigere apparatuur om de werking te verbeteren. Toch is dit vaak niet de oplossing omdat het niets doet aan de werkelijke oorzaak van de slechte verbinding. Om de stabiliteit en de snelheid van een draadloos netwerk te verbeteren kunnen een aantal maatregelen genomen worden zonder te investeren in dure apparatuur zoals repeaters en extra acces points.
Kies het juiste kanaal.
Draadloze internettoegang wordt mogelijk gemaakt door het kastje aan de muur, de zogenaamde router, modem of acces point. Veel van deze draadloze internet routers kiezen automatisch een kanaal om een draadloos netwerk op te zetten. Er zijn veel kanalen beschikbaar en de kanalen overlappen elkaar een beetje. Dus als je een netwerk hebt op kanaal 9 dan overlapt dit in sterke mate met kanaal 8 en 10 en in mindere mate met kanaal 7 en 11. Als de buurman op hetzelfde of een aangrenzend kanaal zit als jou netwerk dan bestaat er een grote kans dat deze elkaar gaan storen. Een typerend symptoom is dat je netwerk tijdens bepaalde uren duidelijk trager werkt dan tijdens andere. Dit kan komen doordat je buurman de routine heeft om tijdens bepaalde momenten de computer te gebruiken waardoor op die momenten de storing optreedt.
Het is daarom handig om een kanaal te kiezen wat niet gebruikt wordt. Het beste is daarbij om een kanaal te selecteren wat zo ver mogelijk van andere reeds bezette kanalen afligt. Maar hoe weet je nu welke kanalen bezet zijn en welke niet? Dit zal je moeten meten met een programma als NetStumbler. Als je dit programma installeer op je laptop kun je zien op welke kanalen er Wifi-netwerken actief zijn. Het is handig om deze meting zowel bij het acces point als bij de plek waar je het internet gebruikt uit te voeren. Alle elektronische Wifi-apparatuur zal zowel moeten zenden als ontvangen en is daardoor gevoelig voor interferentie van andere apparatuur. Dus ook je computer, telefoon en tablet. Het kan daardoor voorkomen dat je computer wel op een plek staat waar storingsvrij verzenden en ontvangen mogelijk is maar je router niet. Let daar dus op.
Als je een kanaal hebt gevonden wat zoveel mogelijk vrij is dan zal je deze moeten vastzetten op je draadloze internet router. Meestal kun je hiervoor inloggen via de website van je router. Omdat dit verschilt per router en internet provider kun je hier het beste de handleiding voor raadplegen.
Interferentie van huishoudelijke apparatuur.
De meeste draadloze netwerken opereren op een frequentie van 2,4 Ghz. Helaas zijn er ook veel huishoudelijke apparaten zoals magnetrons en draadloze videoverbindingen actief op die frequentie. Deze kunnen storen. Probeer hier rekening mee te houden met de opstelling van je draadloos netwerk. Veel moderne Wifi apparatuur die hoge snelheden ondersteunen (de zogenaamde 802.11n standaard) kunnen ook opereren op een frequentie van 5 Ghz. Dit frequentiespectrum is vaak ‘schoner’ en verdient daardoor de voorkeur om gebruikt te worden. Er is namelijk minder apparatuur actief op 5 Ghz dan op 2,4 Ghz. Hoewel dit inmiddels wel achterhaald is.
Het is wel zo dat als vuistregel geldt dat hoe hoger de frequentie hoe lager de afstand die overbrugt kan worden. Dit is zeker zo als er veel obstakels zijn tussen de verschillende antennes. Een betonnen muur zal tussen de draadloze router en de computer het bereik geen goed doen. Als het probleem van een slechte verbinding dus veroorzaakt wordt door een teveel aan obstakels of een te grote afstand dan zal het switchen naar de 5 Ghz band het probleem daarom alleen maar verergeren. Probeer dus uit te vinden waar de oorzaak ligt; is het de afstand of juist storing van andere apparatuur?
Kies een centrale opstelling.
Als je de mogelijkheid hebt om het draadloze toegangspunt te verplaatsen is het verstandig om hier een centrale plaats voor te kiezen. Dit heeft twee voordelen. Ten eerste zorg je dat het signaal gelijkmatig verspreid is door het huis. Hiermee voorkom je dat je bijvoorbeeld op zolder geen bereik hebt terwijl in de huiskamer het signaal meer dan voldoende is. Ten tweede zorgt een centrale plek er voor dat de kans op interferentie door netwerken van de buren verminderd wordt. De betonnen muren van een huis en andere obstakels zorgen dan namelijk voor een ‘natuurlijke isolatie’ van jou netwerk waardoor het signaal van de buren minder zal storen en visa versa.
Denk goed na voordat je een extra apparatuur aanschaft.
In Nederland mag je met maximaal 100mW zenden op de 2,4Ghz band. Op internet zijn er antennes te koop met een hoger vermogen. Het is niet alleen verboden om deze te gebruiken maar vaak ook contraproductief. Als de router met meer vermogen gaat zenden dan zal de ontvanger dat namelijk ook moeten doen. Anders dan bijvoorbeeld het ontvangen van een televisiestation zijn Wifi-netwerken een vorm van tweezijdige communicatie. Het signaal van de router moet daarom niet alleen de computer bereiken, het moet ook andersom zo zijn. Je zal dan dus aan twee kanten het signaal een boost moet geven. Als het slechte ontvangst een gevolg is van storende omliggende netwerken dan zullen gebruikers van deze netwerken niet blij worden van deze door jou gekozen oplossing. Het sterke signaal van jou antenne zal namelijk het signaal van de andere netwerken gaan storen. Als de gebruiker van deze netwerken vervolgens ook hun toevlucht zoeken tot een sterker signaal dan gaat jou netwerk nog meer storen en is de gekozen oplossing dus contraproductief.
Een andere keuze zou zijn om een antenne te kiezen die gevoeliger is. Dit kun je doen als het de relatieve signaal sterkte ten opzichte van de ruis acceptabel is. De ruis zal immers ook versterkt worden. Ook hierbij geldt weer dat zowel zender als ontvanger toegerust moeten worden met dezelfde verbetering.
Een derde keus is het kiezen voor een repeater. Vaak gaat het hierbij om draadloze kastjes die het signaal herhalen. Dit kan in sommige gevallen werken maar is vaak symptoombestrijding doordat de onderliggende problemen niet worden aangepakt. Ook zijn er soms compatibiliteitsproblemen met bestaande netwerkapparatuur en gaat het ten kostte van de prestaties van het netwerk. De bandbreedte zal namelijk gehalveerd worden doordat de repeater op hetzelfde kanaal werkt als de rest van het netwerk. Daarnaast zorgt het herhalen van het signaal voor vertraging en bestaat er nog steeds een risico dat er packet-loss optreedt: pakketjes met data worden gemist door de repeater en gaan verloren.
Tot slot
Veel draadloze netwerkproblemen kunnen voorkomen worden door eerst de bestaande situatie te verbeteren voordat er geïnvesteerd wordt in nieuwe apparatuur. Kies een kanaal waar geen andere apparatuur op actief is, zorg voor een goede opstelling van de router en zorg dat je weet wat de oorzaak is van een slechte verbinding. Als je dat weet kun je gericht zoeken naar nieuwe apparatuur om tot een juiste oplossing te komen waarbij je rekening kan houden met je omgeving.